-
1 marriage of minds
-
2 marriage
n. huwelijk; trouwerij; paar[ mæridzj]♦voorbeelden:marriage of convenience • verstandshuwelijkmarriage of minds • eenheid van gedachtencousin by marriage • aangetrouwde neefgive/take/ask in marriage • ten huwelijk geven/nemen/vragenher marriage to • haar huwelijk met
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский